Individuele/oriënterende stage:
De meeste leerlingen in het 3e leerjaar gaan op individuele stage. Een individuele stage duurt gemiddeld drie maanden, waardoor er maximaal drie van dergelijke stages kunnen worden uitgevoerd in één schooljaar.
Leerjaar 4, 5 en 6: plaatsingsstage
Wanneer de leerling d.m.v. verschillende stages en het volgen van diverse praktijkrichtingen op school zijn werkrichting heeft gevonden, wordt er in deze leerjaren gezocht naar een plaatsingsstage. De stage kan leiden tot een vaste dagbestedingsplek, een arbeidscontract, of een BBL werkplek (werk in combinatie met leren). Binnen deze stages zijn de vakgerichte competenties belangrijk. Aan de gekozen werkrichting worden de praktijkmodules op school gekoppeld. Het behalen van een erkend branchecertificaat op school behoort in de meeste gevallen tot de mogelijkheden. Een duaal traject, waarbij stage tijdens de stageperiode wordt omgezet naar werk, kan een extra motivatie zijn.
In het 5e en 6e leerjaar lopen de leerlingen doorgaans 4 dagen stage en volgen nog 1 dag school.
Stagebegeleiding
De stagiaires worden tijdens de stage intensief begeleid door een stagedocent, tevens de mentor. De stagiair en stagedocent gaan als eerste op zoek naar een geschikte stage (vaak gekoppeld aan de praktijkrichting die de leerling op dat moment volgt) en gaan vervolgens samen naar het kennismakingsgesprek. In het stagecontract worden de leeractiviteiten (bijv. taakaanvaarding, afspraken nakomen, omgang collega’s, etc.) en afspraken vastgelegd. De stagedocent bezoekt de stagiair gemiddeld elke 4 weken.
Stage-agenda
De leerling schrijft wekelijks de werkzaamheden in een stageagenda. Ook staan daarin de doelen of competenties waaraan de leerlingen werkt. Elke week levert de leerling zijn/haar ingevulde stageagenda in bij zijn mentor/ stagebegeleider. Ook moeten de ouders/verzorgers de stageagenda ondertekenen.